We kennen Tiddy al 22 jaar en zijn dikke maatjes, we proberen altijd even bij hem langs te gaan als we in Sri zijn, hij woont in een soort luxe sloppenwijk dus ietsje minder slecht dan de echte. Maar je schrikt je rot als je in het huisje komt, donker en een klein kamertje van een paar vierkante meter, bloed en bloedheet. Geen stukje om even buiten te zitten - niets wel een gemeenschappelijke kraan waar veel gezinnen mee moeten doen! Ik schrijf dit omdat we weer eens heel erg met onze neus op de feiten worden gedrukt. Het kleine huisje waar wij wonen met de grote tuin is voor hen een paradijs, wat doet het zeer om te zien hoe verrukt ze er van zijn. En dan te bedenken dat dit prachtige kleine meisje daar in de sloppen op moet groeien
Voor de zoveelste keer realiseren we ons hoe geweldig goed wij het hebben en met hoe weinig goeds zij het moeten doen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten